Nieuwsbericht

Corona levert nieuwe activiteiten op voor Algoed

Profielfoto van Harrie Kiekebosch
4 augustus 2020 | 4 minuten lezen

Bij Landgoed Algoed doen ze, aangepast, bijna alles weer wat ze vóór corona ook deden. En meer. Want toen het ‘buitenbuurthuis’ in maart, net als de rest van Nederland, de deuren ook moest sluiten, startten ze een radioprogramma om in contact te blijven met elkaar. “Daar gaan we, ook nu we weer open zijn mee door” zegt Angelien Hoppen, bestuurslid van de stichting.

Dit is een artikel in de reeks over welzijnswerk in de provincie Overijssel. Door corona kwam dat grotendeels stil te liggen. Dat betekende – woorden van gedeputeerde Roy de Witte – noodverbanden leggen, puin ruimen en na corona weer door. Hoe doen ‘ze’ dat op verschillende plekken in de provincie.

Landgoed Algoed is een BuitenBuurtHuis op het platteland midden tussen Enschede en Hengelo, bij de Grolsch Veste het kanaal over en dan ben je er. Het buurthuis is een burgerinitiatief dat in zijn geheel gerund wordt door vrijwilligers en eigenlijk is alles wat er gedaan wordt op Algoed ook vrijwilligerswerk. “Vrijwilligerswerk, dat is wat we doen hier, dat is het doel op zich, zegt Angelien Hoppen. “Iedereen die hier komt is op of aan het Landgoed aan het werk, doet mee aan activiteiten en ontmoet daarom andere mensen. We werken samen aan welzijn. Mensen vinden het leuk hier te zijn, elkaar te ontmoeten, doen nieuwe ervaringen op, zien hun talenten, komen hier gewoon even een stukje van hun leven leven en gaan dan altijd weer een stukje rijker naar huis.”

Radioprogramma
“Verbinding, inspireren, persoonlijke groei, dat zijn wel zo ongeveer onze basisingrediënten. Daar heb je voor nodig dat je elkaar ziet en ontmoet. Om dat te behouden toen corona kwam, zijn we min of meer de dag erna al begonnen met een radioprogramma. Dagelijks. Om contact te houden met de bezoekers en om de bezoekers contact te laten houden met elkaar. Luisteraars konden verhalen vertellen, gedichten voordragen, brandende kwesties aansnijden. Je kon uiteraard ook alleen luisteren en kijken via de Facebookstream. En chatten. Ik kan wel zeggen dat dat een succes was. Via die weg hebben we wel een paar honderd mensen weten te bereiken. We kregen zelfs contact met nieuwe mensen! De uitzending voldeed dus kennelijk wel aan een behoefte. Dat je thuis zit, misschien wel helemaal alleen, opgesloten wegens corona, dat je de deur niet uit mag, dat je baan op de tocht staat en dat je iemand zoekt om je gevoelens te delen, iemand zoekt om een gesprek mee te hebben.”

Live sociaal café
“Nu we weer open zijn hebben we besloten die uitzending er in te houden. Niet dagelijks meer, maar eens per week. Sterker nog, we gaan met dat gevoel van de radio een live sociaal café maken. Zo behouden we de vorm, maar kun je thuis live luisteren, maar ook hier op Algoed er live bij zijn. We zijn dat programma open in gegaan. Niet in de zin van ‘zie maar wat je doet tijdens de uitzending’, want we hadden wel degelijk een doel: contact hebben en gevoelens delen. Hóe we dat zouden oppakken, dat hebben we eigenlijk gewoon laten gebeuren Zo ontstond het programma vanuit de luisteraar. Samen werken aan welzijn. Samen voor elkaar. In het sociaal café hier op Landgoed gebeurt precies hetzelfde nu.”

Tegenwicht voor de dagelijkse druk
Landgoed Algoed is ontstaan uit een droom van Robert Rademaker. Hij kocht de boerderij in 2000 en wilde er een plek van maken voor ontmoeting. Niet uit onvrede voor wat er al was op gebied van sociaal culturele activiteiten, maar een toevoeging daarop, wellicht ook voor een andere doelgroep. In 2006 werd Algoed een stichting. Inmiddels is de groep van vaste vrijwilligers zestig mensen groot. Ze werken er op het land, renoveren de boerderij, maar organiseren ook allerlei activiteiten en cursussen, waar maar behoefte aan is. “Ik voorspel dat door corona de behoefte aan wat we doen alleen maar groter gaat worden. Want als je het hebt over puin ruimen, noodverbanden leggen en kijken hoe je de draad weer pakt, dan heb je het over wat er al was, wat tijdelijk dicht moest en dan maar hopen dat het weer opgestart kan worden. Je moet niet vergeten dat heel veel meer mensen in coronatijd in een mindere situatie terecht zijn gekomen. Dat ze thuis opgesloten hebben gezeten, dat ze hun baan kwijt zijn geraakt, dat hun werk er anders uit komt te zien, dat er mensen om hen heen zijn weggevallen… Dat moet je optellen bovenop de groep mensen die vóór corona al een te grote werkdruk ervoer, mensen die zich toen al eenzaam voelden, die helemaal niet lekker in hun baan zaten en buiten werkuren een andere invulling zochten.”

Geen beroepskracht
Maar volgens Angelien Hoppen betekent dat niet dat er aan betaalde beroepskrachten gedacht wordt. Ieder komt en werkt hier vrijwillig. Zowel de gelijkwaardigheid als de onafhankelijkheid zijn prettig. We zitten niet te wachten op bemoeizucht. Dat je voor Rabo moet kiezen in plaats van Triodos. Of dat je een activiteit niet mag houden op maandag omdat er dan al ergens anders in de stad wat te doen is. We worden wel eens gebeld door de gemeente, dat ze iemand doorverwezen hebben naar ons, omdat iemand die een uitkering krijgt een tegenprestatie moet leveren. Of die persoon er wel geweest is. Dat brengt ons in een rare positie. Dan adviseren we de gemeente toch de persoon in kwestie zelf maar te bellen. “En tegelijk willen we wel onze basis verbreden want het aantal deelnemers neemt toe. We leveren wel degelijk een belangrijke bijdrage aan het welzijn in Twente.”

Olievlek
Ik heb wel eens de indruk dat ik in een soort van olievlek zit hier. Onze unieke plek, midden op het platteland, waar dingen heel organisch tot stand komen, trekt veel belangstelling van individuen en groepen die gezamenlijkheid zoeken.  Momenteel is hier een internationale cursus ‘ecogemeenschap’ bezig waar mensen met de kennis die ze hier opdoen, elders in de wereld aan de slag gaan. En via de Twentse Noabers zijn we verbonden met een hele groep andere burgerinitiatieven waarbij we van elkaar leren. Maar ook aan de wekelijkse aanschuiftafel inspireren bezoekers elkaar. Hoe leuk is dat!