Hoe wordt een leegstaande school een buurtbedrijf?
Wijkwelzijn in en vanuit De Hagedoorn
Bewonersinitiatief maakt zelfvoorzienende ontmoetingsplek
Een bijdrage van Hilde van Xanten, Movisie
De Hagedoorn in Almelo is een laagdrempelige en goedbezochte ontmoetingsplek voor en door de buurt die in korte tijd tot stand kwam. Welzijnsbedrijf Eurus ondersteunde het traject. Rudi Theunissen (Eurus) geeft een beeld van hun aanpak voor economisch wijkwelzijn. Hoe sluit je aan bij het tempo van de wijk en hoe lang moet een professional betrokken blijven? Ook belichten we hoe wordt ingezet op inclusiviteit, want hoe zorg je dat je ook kwetsbare wijkbewoners bereikt? Deze vragen stonden centraal in een online-bijeenkomst van het thema ‘buurt voor iedereen’ van het programma Langer Thuis Inclusieve Wijk.
Samenwerking en proces totstandkoming
In het Almelose Nieuwstraatkwartier is de leegstaande Hagedoornschool buurtbewoners een doorn in het oog. Zij willen dit gebouw graag behouden én inzetten voor de wijk. De gemeente Almelo voelt hier wel voor en vraagt welzijnsbedrijf Eurus om de bewoners te ondersteunen. In 2017 wordt gestart met tien bewoners uit de buurt. Zij maken met ondersteuning van Eurus een plan van aanpak, halen sociale ondernemingen (bijvoorbeeld een ruilwinkel, het Leger des Heils en Buurtzorg) als huurder binnen, komen tot een rendabele exploitatieopzet en kopen in 2019 als stichting van bewoners het pand aan. In minder dan drie jaar staat een werkend bedrijf, dat volledig zelfvoorzienend is, en geen cent subsidie krijgt. De buurt betaalt zo haar eigen wijkvoorziening. “Wij bouwen met bewoners aan economisch wijkwelzijn en helpen een wijk zelfvoorzienend en verantwoordelijk te worden.”
De Methode Eurus
“In participatieprocessen zoals rond De Hagedoorn werken we van onderaf; de mensen over wie het gaat zijn het uitgangspunt”, zo vertelt Theunissen. “Je begint bij het begin en niet bij de uitkomst. Daarmee bedoel ik dat je als professional niet voor de troepen uit gaat lopen maar hun tempo volgt. Onze focus ligt altijd op het versterken van netwerken én van de eigen regie van inwoners. Je bouwt samen met bewoners stap voor stap aan het gezamenlijk bepaalde doel. Bij De Hagedoorn begonnen we dus met tien bewoners. Zij benaderden medebewoners die interesse toonden. Nu is er een groep van zo’n 40 vrijwilligers actief.” Meestal verloopt een proces met de Methode Eurus in het begin wat langzamer dan gebruikelijk, omdat het tijd vraagt om mensen te (ver)binden. Maar het succes is uiteindelijk hoger dan gemiddeld. De organische groei zorgt voor een duurzaam draagvlak.
Aansluiten op het tempo van de wijk
Hoe weet je wat het tempo van de wijk is en hoe sluit je daar vervolgens bij aan? Theunissen: “Participatie kun je niet opleggen, dat kun je gezamenlijk laten ontstaan als je transparant en open bent over wat je komt doen, de reden daarvoor. Luisteren naar de mensen, naar hun verhalen, wat ze goed en slecht vinden, wat ze willen en kunnen. Pak dit samen op met de kerngroep actieve buurtbewoners.” Theunissen benadrukt dat wat bewoners aangeven wat ze willen en kunnen, het tempo van de ontwikkelingen in de wijk bepaalt. "Niet je eigen agenda of die van de gemeente is leidend, maar de agenda van de buurt. Als je die agenda hanteert, dan doe je het samen en ontstaat draagvlak.” Eurus werkt vanuit de presentiemethode en ‘doen wat je zegt’; niet hardlopen maar samen wandelen. “Er sluiten steeds meer mensen uit de buurt aan, de houding van iedereen is open en uitnodigend.”
Inzet op inclusiviteit en skills van bewoners
Hoe zet je in op inclusiviteit en hoe zorg je ervoor dat bewoners in de wijk deze ‘skills’ ook onder de knie krijgen? Medewerkers van Eurus zien het als hun taak om bewoners en vrijwilligers bewust te maken van het feit dat we samen de maatschappij vormen en die dus samen moeten ‘dragen’. Deze bewustwording moet er zijn vanaf de eerste stap in het participatieproces. “Sommige bewoners geven zelf al aan dat het belangrijk is dat iedereen mee kan doen. Anderen hebben daar moeite mee. Vanaf binnenkomst krijgt iedereen mee dat we er zijn voor de hele wijk. Vaak kunnen bewoners onderling elkaar op een goede manier beïnvloeden. Dat lukt niet altijd, dan haken mensen soms af”, vertelt Theunisse. “Wij houden een spiegel voor en blijven die ook vasthouden. Zo was er na het eerste bezoek van de Turkse vereniging wederzijds onbegrip voor sommige zaken. Dan is het van belang dit bespreekbaar te maken. Zo nodig vormt het de agenda voor het volgende bezoek, en niet de reden dit stop te zetten.”
Professionele betrokkenheid nodig
Hoe lang en in welke frequentie blijft een professional noodzakelijkerwijs betrokken bij ondersteuning in de wijk? Anders gezegd: hoelang duurt het voordat een professional ‘los kan laten’? Eurus heeft de ervaring dat een professional op dit vlak nooit echt helemaal los kan laten; deze zorgt mede voor continuïteit, en daarmee het duurzame karakter van het initiatief. “De mate van ondersteuning, de intensiteit daarvan en de vorm veranderen wel. In de beginfase is activering, toeleiding, begeleiding en organisatie een belangrijke taak. Na verloop van tijd nemen vrijwilligers taken over, en worden ondersteuning indien nodig en feedback belangrijker.” Theunissen vindt het heel belangrijk dit te onderkennen en hiernaar te handelen. Geen taken uit handen nemen, maar er zijn wanneer dit nodig is. “Organiseren is verduurzamen. Zorg voor een deskundige vrijwilliger als voorzitter, en een ex-bankdirecteur als penningmeester, naast de vrijwilligers in de stichting. En zorg dat je als professional blijft volgen, en kunt acteren wanneer nodig.”