Eurus werkt aan economisch wijkwelzijn en bedenkt de sociale hypotheek
Welzijnswerk dat alleen gebaseerd is op subsidie staat steeds meer onder druk. Niet alleen omdat je dan afhankelijk bent, maar ook omdat het iets doet met de betrokkenheid van de mensen waar je mee werkt. Eurus (Hengelo) heeft daarom het economisch wijkwelzijn ontwikkeld. Een tak van sport waarbij de wijkeconomie de krachtige motor is achter het wijkwelzijn.
Dit is een verhaal in de serie over de toekomst van buurt- en clubhuiswerk en het maatschappelijk vastgoed, in en na coronatijd. Eerst puin ruimen, dan noodverbanden leggen en vervolgens kijken hoe we verder gaan, zei gedeputeerde Roy de Witte begin april toen de buurthuizen op slot gingen. Dit verhaal gaat vooral over ‘verder kijken’.
Economisch wijkwelzijn. Klinkt best logisch, maar je hebt het pas door als je het ziet, zei Johan Cruijff al. Óm dat te zien moest de kennis van financieel expert/belastingadviseur Henk Kosterink samen komen met die van opbouwwerker/socioloog Rudi Theunissen. De opbouwwerker zei: Participatie leidt tot beter samenleven. Maar je ervaart pas welzijn als je in staat bent je zelf in stand te houden. De fiscalist zei: Dan is welzijnswerk eigenlijk van onschatbare economische waarde. Voor het individu, voor de samenleving én voor de overheid!
Toen dat lampje was gaan branden was het eigenlijk nog een kwestie van iedere keer maatwerk bedenken op basis van de situatie, maar wel iedere keer vanuit de gedachte dat in de driehoek van individu, de wijk en de overheid iedereen mee moet doen, want anders is een project gedoemd te mislukken.
Hoe dat in zijn werk gaat is het best uit te leggen aan de hand van praktijkvoorbeelden.
Berflo Es Hengelo
Frank Eekelder heeft ‘economisch wijkwelzijn’ op zijn visitekaartje van Eurus staan. Hij deed zijn pionierswerk op in Berflo Es in Hengelo. “Maatschappelijk, sociaal en economisch welzijn gaan prima samen,” is de ervaring daar. “Berflo Es was echt een aandachtswijk. Waar de mensen op een zomerse dag voor de deur op een kratje bier zaten. Geen werk, geen toekomst. Die wijk kwam in een herstructurering terecht waarbij allerlei voorzieningen dreigden om te vallen. Voor mij was dat een proeftuin om van onderop activiteiten te starten om daarmee de leefbaarheid in de wijk te redden. We hebben een bewonersbedrijf opgezet vanuit een leegstaand schoolgebouw dat gesloopt zou worden. De gemeente zei nog dat bewoners dat helemaal niet kunnen. Maar we waren onder meer in Engeland wezen kijken hoe zoiets wél van de grond zou kunnen komen. Inmiddels zit er een naaiatelier, een kledingbedrijfje, catering, een bibliotheek… Allemaal door de wijk zelf gerund! Mooi voorbeeld is de vraag van een restaurant of we vanuit de catering ook tachtig kilo geschilde aardappelen per week konden regelen. Van de woningstichting hadden we een stuk grond gekregen voor het poten van die aardappelen. Het leek ons dan wel goed een professionele schilmachine aan te schaffen. Maar nee hoor, zes vrouwen in de wijk boden aan dat wel op zich te nemen. Hadden ze meteen de tijd om samen wat te keuvelen.”
Berflo Es heeft nu én welzijnswerk én maatschappelijk vastgoed, waardoor bijvoorbeeld ook de huisarts spreekuur kan houden in de wijk.
Hagedoorn Almelo
In de Hagedoorn in het Almelose Nieuwstraatkwartier is vervolgens een Bewonersbedrijf 2.0 opgezet. Door een scholenfusie kwam er een groot pand in de wijk leeg te staan. Bewoners waren daar eerst vooral boos over, maar samen met Eurus is gekeken wat er voor alternatieven waren. Er bleek veel vraag van maatschappelijke instellingen, zoals van zorg- en maatschappelijke instellingen die wel een uitvalsbasis in de wijk wilden. Buurtzorg, de fysio, maatschappelijk en sociaal cultureel werk bijvoorbeeld. Henk Kosterink: “Die mochten er eerst om niet zitten, want de wijk heeft ook een belang. Maar later gingen ze huur betalen. Een commercieel tarief voor een commerciële instelling, een maatschappelijk tarief voor welzijn bevorderende zaken. Het pand zit nu helemaal vol en wordt succesvol gerund. Een mooi voorbeeld van voor, door en van de samenleving. De bewoners zijn eigenaar, zij voeren ook de gesprekken met nieuwe huurders, waarbij de leefbaarheid voorop staat. Dat is statutair ook vastgelegd.
Dolphia Enschede
In de twee voorbeelden hierboven is het maatschappelijk vastgoed een middel voor verduurzaming van de leefbaarheid. Henk Kosterink: “Maar wel een prachtig middel. En per wijk op maat ingevuld. Dat is wel belangrijk. Want we bedenken iedere keer weer specifiek voor die wijk een toegevoegde waarde.” In de Berflo Es begon dat met een Baliebus, een oude SRV-kar waarmee ze de wijk doorreden, een rijdende balie om mensen te bereiken. In de Hagedoorn was het een school die leeg kwam te staan. “Het is iedere keer ‘wat is de vraag, hoe gaan we dat invullen’ op basis van het economische wijkwelzijn. In de wijk Dolphia in Enschede werken we op dit moment de sociale hypotheek uit.” Dolphia is een kleine wijk waar in 2008 besloten werd tachtig woningen te slopen, inclusief het buurthuis. “Nou, dat heeft de wijk en de stemming in de wijk geen goed gedaan! We hebben het daar zover gekregen dat de gemeente zei dat als we met een goed plan kwamen, dat er dan weer een buurthuis terug zou komen. Daar hebben we de sociale hypotheek voor bedacht. Een deel van het geleende geld moet terugbetaald worden in euro’s, maar in de hypotheek wordt vrijwilligerswerk ook gewaardeerd. En een deel van de hypotheek wordt terugbetaald omdat de wijk verbetert. De gemeente heeft namelijk aanzienlijk minder kosten als mensen de taal leren, als ze een opleiding volgen, een baan krijgen. Zo konden we twee ton besteden voor een pand, waarin aandacht is voor kinderen die verder willen komen dan hun ouders, waar oudere mensen de taal leren, waar buurtbewoners vrijwilligerswerk doen.
We zijn nu een jaar onderweg en ik ga niet zeggen dat het een succes wordt maar dat wordt het vast wel. Ik weet zeker dat we verder komen dan dat je er een pand neerzet, de bewoners de sleutel geeft en ze zegt van ‘red je er verder maar mee’. Een hypotheek is gebaseerd op wantrouwen, een sociale hypotheek is gebaseerd op vertrouwen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat dit de methode is voor succes. Een co-creatief met allemaal partijen die belang hebben.”