Blog

Inspirerend voorbeeld: jeugdarts Sanne de Kreij van GGD IJsselland aan het woord

Profielfoto van Rosalie Bosman
21 februari 2023 | 2 minuten lezen

Als arts in de publieke gezondheidszorg was ze al gewend om verder te kijken dan naar een fysieke klacht alleen. Toch heeft jeugdarts Sanne de Kreij van GGD IJsselland veel aan het spinnenweb met alle leefgebieden van positieve gezondheid. ‘In de sociale geneeskunde loop je die verschillende leefgebieden intuïtief al wel af. Maar soms krijg ik de vinger net niet achter de oorzaak van een klacht en dan is het een heel effectief hulpmiddel in het gesprek’.   

‘Vul de oplossing niet in voor jongeren’

De headlines in de media liegen er niet om: de jeugd heeft het moeilijk na corona. Ook Sanne komt in de dagelijkse praktijk jongeren tegen die somber en angstig zijn en bijvoorbeeld problemen hebben met eten of gamen. ‘Toch denk ik niet dat we dat alleen aan corona kunnen wijten, dat was voor de pandemie ook al het geval. Maar doordat de scholen dichtgingen en uitlaatkleppen als uitgaan en sporten weg vielen, zijn er wel meer jongeren vastgelopen’.

Jeugdverpleegkundigen komen op scholen voor voortgezet onderwijs voor jongeren in de klassen 2 en 4. De scholieren vullen vooraf een vragenlijst in die gaat over eventuele lichamelijke klachten maar ook over gevoelens als somberheid, angsten en andere problemen. ‘Jongeren die daarin opvallend scoren, komen naar mij. Ze kunnen ook worden doorverwezen omdat school zich zorgen maakt of omdat ze bijvoorbeeld veel verzuimen’, legt ze uit.

Het open gesprek is in dat consult het belangrijkste. ‘Als een jongere bijvoorbeeld aangeeft veel hoofdpijn of buikpijn te hebben, kan dat een lichamelijke oorzaak hebben. Maar wij vragen altijd breder uit. Hoe is het op school, hoe is het thuis, heb je vrienden. We kijken altijd naar het probleem in een bredere context. Want hoofdpijn of buikpijn kan ook duiden op geldproblemen thuis, een vechtscheiding, gepest worden of overbelasting’.

Jongeren staan in de regel open voor dat gesprek, is Sannes ervaring. ‘Natuurlijk heb je wel scholieren die niet veel verder komen dan: Nou, gewoon. Dat hoeft helemaal geen onwil te zijn. Het puberbrein is nog niet helemaal ontwikkeld en dan is ‘Hoe gaat het met je?’ soms ook een te grote vraag. Het spinnenweb met alle levensgebieden kan dan een mooie leidraad zijn in het gesprek’.

Volgens Sanne is het de kunst om als professional niet te gaan invullen wat een jongere op zijn of haar lever heeft. ‘Dat zit als hulpverlener natuurlijk wel een beetje in ons, dat we het zó graag willen oplossen dat we het voor iemand gaan invullen. Maar mijn werk bestaat vooral uit heel veel open vragen stellen en zo min mogelijk aannames te hebben. Ik sta nog geregeld versteld hoe open veel jongeren dan zijn en hoeveel ze je toevertrouwen’.

Een voorbeeld van een gespreksonderwerp dat regelmatig aan bod komt is gamegedrag. ‘Ouders zeggen dan vaak: je zit teveel op dat scherm. Maar wat is teveel? Ik vraag dan breed uit hoe dat gamegedrag zich verhoudt tot de andere leefgebieden. Gaat het op school nog goed? Spreek je nog met vrienden af? Game je alleen of in een groep? Vaak zien ze dan zelf ook wel waar het problematisch kan worden en komen ze zelf met een oplossing als: misschien kan ik beter eerst mijn huiswerk doen voor ik ga gamen. Of misschien kan ik toch beter ook weer gaan sporten. Doordat je ze het zelf laat bedenken in plaats van het meteen beter te weten, ontstaat intrinsieke motivatie om het anders te doen. Dat werkt veel beter dan een opgeheven vingertje’.

 

Sanne de Kreij